Wil je een nieuwe laminaat vloer? Zo leg je het zelf.

Wil je een nieuwe laminaat vloer? Zo leg je het zelf. Laminaatvloeren zijn milieuvriendelijk en makkelijk in onderhoud. Je kan ze vandaag amper onderscheiden van een echte plankenvloer. Dankzij technologische vooruitgang is deze vloer ook bruikbaar in natte ruimtes, zoals de badkamer. Een ander groot voordeel is dat je laminaat relatief eenvoudig zelf kan leggen.

De ondergrond voorbereiden
Zorg voor een droge, zuivere en vlakke ondergrond. Breng je de laminaatvloer aan op een betonnen dekvloer, denk er bij nieuwbouw dan aan dat die voldoende droog moet zijn. Ga je een bestaande vloer vervangen, verwijder dan tapijt. Dampdichte vloerbekleding (bijvoorbeeld linoleum) mag blijven liggen. Om een bestaande plankenvloer met laminaat te bekleden, spijker je eerst alle loszittende vloerdelen goed vast. Als blijkt dat de ondergrond oneffenheden vertoont, is het absoluut noodzakelijk dat je die eerst egaliseert. Gebruik daarvoor een speciaal egalisatiemiddel.

Ondervloer leggen
Om te verzekeren dat de vloer droog blijft, bedek je de ondergrond met een vochtwerende folie (ondervloerfolie). Deze bestaat meestal uit rollen polyethyleen in diktes van 0,1 en 0,2 mm. Rol de banen folie uit over de vloer (afplakken met dampdichte tape) en laat ze tegen de muur omhoog komen. Snij achteraf de resten weg met een Stanleymes. Plaats nu een tussenvloer. Die bevordert de egalisatie, geluidsdemping, … en kan bestaan uit polystyreen of polyethyleen (of softboard) in verschillende diktes (meestal 2, 3, 4 of 5,5mm). Laat je goed adviseren in de keuze van een geschikte tussenvloer, aangezien de eigenschappen verschillen afhankelijk van je persoonlijke wensen. Wil je een vloer die goed akoestisch of thermisch isoleert, of zoek je een tussenvloer die je kan toepassen in combinatie met vloerverwarming.

Laat het laminaat acclimatiseren
Leg de verpakte laminaatplanken een aantal dagen op voorhand in de ruimte waar je ze gaat plaatsen. Zo vermijd je dat ze door mogelijke temperatuurverschillen krimpen of uitzetten. Het is niet nodig om laminaatplanken van verschillende verpakkingen met elkaar te mengen, zoals dat met parket vaak gebeurt. Verschillen in kleur en tekening zijn er bij laminaatplanken nauwelijks.

Het leggen van de laminaatdelen
Fabrikanten van laminaatvloeren werken meestal met een eigen systeem dat eenvoudig plaatsen mogelijk maakt (gebaseerd op het tand-, groef- en klikprincipe). Voor dit gedeelte van de klus moet je dus rekening houden met de specifieke plaatsingsvoorschriften van de fabrikant. Controleer bij de plaatsing van elke plank of ze in goede staat is en geen beschadigingen vertoont. Ga bij het inkorten van planken ook te werk zoals vermeld in de gebruiksaanwijzing. Meestal is een fijntandige zaag het meest geschikt. Om de verschillende planken goed met elkaar te laten aansluiten, tik je ze bij met de hamer. Gebruik een aanslagblokje of een stukje laminaat (afval) om de planken niet te beschadigen. Laat 1 cm ruimte tussen de laminaatvloer en wanden, deurposten of verwarmingsbuizen (er bestaan speciale afwerkstukken met halve rondingen van plastic om rond verwarmingsbuizen te plaatsen). Gebruik hiervoor afstandsblokjes zodat je vlot kan doorwerken.

De vloer afwerken en plinten plaatsen
Als de volledige vloeroppervlakte met laminaat is afgewerkt, mag je de afstandsblokjes wegnemen. Vul de voeg van 1 cm eventueel met glaswol of een ander geluiddempend materiaal. Plaats nu plinten om de voeg mooi weg te werken. Zorg ervoor dat de plint de voeg volledig onzichtbaar maakt, dus dat de plint dik genoeg is. Check dit goed van te voren.

Hoe onderhoudt je een laminaatvloer?
Qua onderhoud is een laminaatvloer erg gebruiksvriendelijk, aangezien het geen natuurproduct is. Lees de onderhoudsinstructies van de fabrikant en gebruik bij het stofzuigen een zachte zuigmond, zodat je geen krassen veroorzaakt.

Beeld: Shutterstock door: VanoVasaio | Powered by Sendt

Meer tips en weetjes