Lavendel; hoe verzorg je het en kan je het ook zelf kweken?

Lavendel; hoe verzorg je het en kan je het ook zelf kweken? Met z’n heerlijke geur en prachtige paarse kleur zorgt lavendel voor dat zalige vakantiegevoel, en dat gewoon in je achtertuin of op je terras. Als je de lavendel op de juiste manier verzorgt kan je er jarenlang van genieten.

Lavendel in de volle grond
Het geheim van een gelukkige lavendel is een grote portie kalk bij de start. Meng vier keer de voorgeschreven hoeveelheid kalk onder de aarde, wanneer je lavendel plant. Geef daarna elke twee tot drie jaar de voorgeschreven onderhoudsdosis. Lavendel in de tuin geef je één keer water, bij het planten, en daarna nooit meer. Lavendel houdt van een droge grond. Geen natte voeten dus. Een lange hete zomer vindt lavendel heerlijk en zal dan langdurig bloeien. Geef lavendel altijd veel ruimte en licht; tussen overhangende planten kwijnt hij weg.

Lavendel in de pot
Leg op de bodem van je pot 3 tot 5 cm lavakorrels, grind of potscherven en vul aan met potgrond voor mediterrane planten. Geef lavendel in pot een keer per week water. Geef tussen april en augustus twee tot drie keer meststof voor lavendel (tuincentrum). Kuiflavendel kan helaas niet goed tegen de vorst; ’s winters haal je de pot dus liever naar binnen.

Hoe snoei je lavendel?
Liever compacte bloeiende bolletjes in plaats van onderaan kale takken, bovenaan kale scheuten en nog maar heel weinig bloemen? Snoei dan een eerste keer in april, zodra de jonge scheuten tevoorschijn komen. Knip de planten tot de helft in, maar ga nooit dieper dan het onderste paar blaadjes; op kale stengels loopt de plant niet meer uit. Snoei je lavendel een tweede keer na de bloei, tegen eind augustus of in september, zodat hij weer mooi in vorm komt.

Voorkom bladluis met lavendel
Niet alleen wij vinden lavendelgeur heerlijk, ook hommels, bijen en vlinders, vooral koolwitjes, zijn er dol op, terwijl bladluizen en mieren er net voor op de loop gaan. Daarom vormen rozen en lavendel zo’n nuttige combinatie: de lavendel houdt de rozen (deels) bladluisvrij.

Lavendel zelf kweken doe je zo
Houd van de snoei eind augustus takjes van zo’n 10 cm lang opzij, die onderaan wat houterig zijn en bovenaan frisse blaadjes vertonen en ris 2 à 3 cm van de onderste blaadjes af. Vul een bak of enkele potten met stek- of zaaigrond, maak dit nat en duw de stekjes ruim 1 cm in de grond. Dek af met plastic en plaats de bak op een warme plek met veel licht, maar uit de directe zon. Controleer elke drie tot vijf dagen of de grond nog vochtig is. Besproei voorzichtig. Na twee tot drie weken beginnen de stekken te groeien, en mag de bedekking eraf. Na twee maanden verpot je de stekjes elk naar een apart potje. De volgende lente mogen ze in de tuin.

Geurzakjes maken
Wil je wat langer genieten van die heerlijke lavendelgeur? Dat doe je door takjes lavendel te laten drogen en in zakjes te doen:

Knip lange stengels waarvan de bloempjes nog niet allemaal open zijn.

Bind ze in bosjes en hang ze 2 tot 4 weken in een droge, donkere ruimte.

Ris er de bloempjes af en doe ze in linnenzakjes.

Brand de takjes in de open haard of in een vuurschaal.

Beeld Shutterstock door: Anna-Mari West | Powered by Sendt

Meer tips en weetjes